Afgelopen week was het de week van de circulaire economie. Een week vol congressen en bijeenkomsten voor en door bedrijven die duurzaam (willen) ondernemen.
Dat je als meubelmaker niet altijd duurzaam bezig bent, is helaas waar. Niet alle houtsoorten zijn even duurzaam. Om te weten hoe duurzaam de houtsoort van jouw keuze is, wordt hout ingedeeld in een bepaalde duurzaamheidsklasse. We onderscheiden vijf klassen, waarbij klasse 1 het minst duurzaam is (hieronder valt bijvoorbeeld populierenhout) en klasse 5 het meest duurzaam (bijvoorbeeld teak-hout en bamboe). Die duurzaamheid wordt vastgesteld op basis van hoe lang een houtsoort meegaat, onder ‘slechte’ omstandigheden -hoezeer het wordt aangetast door schimmels is daarbij leidend.
Het meest verantwoorde, wereld-vriendelijke hout om mee te werken is bamboe. En wel Moso-bamboe, wat wordt geïmporteerd uit China.
De voordelen van bamboe op een rij:
- Het groeit snel. Bamboe stammen kunnen al tussen het vierde en zesde levensjaar worden gekapt. Ter vergelijk: een eikenboom heeft soms wel 60 (tot 100!) jaar nodig om te groeien voordat het geschikt is voor de meubelindustrie.
- Het is een zichzelf vernieuwende bron. Na de kap groeit het bamboe gelijk weer. En is het weer binnen vier tot zes jaar gereed voor de kap.
- Het heeft geen bestrijdingsmiddelen nodig. Het bevat dus geen giftige stoffen en veroorzaakt geen allergieën. Het voordeel daarvan lijkt me duidelijk!
- Het heeft een lange levensduur, is hard, slijtvast en duurzaam (klasse 5)
- Het is stabiel. Het krimpt bijna niet en zet niet uit.
Waarom bamboe uit China? (en niet uit Nederland?)
Fijn dat het zo duurzaam is. Maar ik wil het méést duurzame! Wat als we het óók niet meer per schip hierheen hoeven te halen? Dat zou toch fantastisch zijn?
Met die vraag belde ik het Bamboe Informatie Centrum Nederland. Zij zijn al sinds de jaren ’80 bezig met de kweek van bamboe voor Noord-Europa. Ze hebben zelfs een heel bamboepark in Schellinkhout. Zou dat hout niet geschikt zijn om meubels van te maken?
Het antwoord: nee. Ons klimaat is helaas te koud om het Moso bamboe tot de juiste dikte te laten uitgroeien om het voor meubels en vloeren te kunnen gebruiken. Ter vergelijk: in Nederland wordt een bamboestam hooguit zo dik als een duim. Terwijl het hout dat in China groeit een diameter van 10 centimeter bereikt. En die dikte heb je nodig om er stevig plaatmateriaal van te maken.
De Nederlandse bamboebossen zijn vooral geschikt voor de levering aan panda’s in Noord-Europese dierentuinen en als referentietuin voor sierbeplanting.
Voor onze meubeltoepassingen moeten we het dus hebben van de import uit China.
Maar dat nadeel, zo vertrouwt het Informatiecentrum me toe, weegt niet op tegen de voordelen.
Marjolein zegt
Fijn dat je zoveel achtergrondinformatie geeft en de afwegingen uitlegt. Marjolein